Salderingsregeling zonnepanelen op punt van vervanging
Aanschaf blijft aantrekkelijk
Rob Jetten is het bijna gelukt: het afschaffen van de salderingsregeling voor zonnepanelen. Het moet nog wel worden goedgekeurd door de 1e kamer. Dat zou nog wel wat voeten in de aarde kunnen hebben. Toch: wat zou dit voorstel kunnen betekenen voor jouw zonnepaneleninstallatie?
Er zijn veel meningen over dit onderwerp: die laten we even voor wat het is. In dit artikel de belangrijkste onderdelen van de aanstaande wet.
Beeld: Rob Jetten, minister voor klimaat en energie, foto Martijn Beekman
Als je installatie meer stroom opwekt dan je in huis verbruikt registreert de slimme meter teruglevering. Als je installatie later minder stroom opwekt dan je in huis registreert de slimme meter afname. In de oude salderingsregeling, die nog tot eind 2024 geldt, mag je 100% van die teruggeleverde stroom “wegstrepen” tegen de afgenomen stroom. De periode waarover dit gebeurd is een jaarafrekening van je energie-leverancier. Vanaf 2025 wordt het percentage wat je mag salderen jaarlijks minder.
jaar |
percentage te salderen |
jaar | percentage te salderen |
2024 |
100% | 2028 | 46% |
| 2025 |
64% | 2029 | 37% |
| 2026 | 64% | 2030 | 28% |
2027 |
55% |
2031 | 0% |
Voor het gedeelte wat je niet mag salderen krijg je een “redelijke vergoeding”: 80% van het netto leveringstarief – dat is de stroomprijs van je energieleverancier zonder alle belastingen: ODE, Energiebelasting en btw. Bij een netto prijs voor elektriciteit van 20 cent/kWh is in 2023 de bruto prijs 39 cent/kWh en de redelijke vergoeding 16 cent/kWh. De redelijke vergoeding ligt vast in de wet tot 2027 – wat erg kort is.
- Salderen zal worden toegepast in de “tariefperiode” – een wat technisch detail om “ontwijkende” rekentrucs van energiemaatschappijen te voorkomen.
- De redelijke vergoeding zal nooit negatief worden, zelfs al wordt de stroomprijs voor een (korte) tarief periode negatief.
- Het is 040energie op dit moment nog onduidelijk over welke periode het restant percentage salderen wordt toegepast. Bij variabele contracten, waarin de prijzen vaak per 3 maanden worden bepaald, lever je in de zomer veel terug en neem je in de winter veel af. We zijn ervan uitgegaan dat salderen wordt toegepast per jaar. Als de salderingsperiodes korter zijn (3 maanden) valt het totaalplaatje qua effectieve saldering erg tegen.
Een typisch huishouden zonder laadpaal en verwarming op elektra, en dat niet meer opwekt per jaar dan het verbruikt, verbruikt ongeveer 30% van de opgewekte stroom direct in huis. Daarmee bespaar je altijd de bruto prijs. 70% van de stroom wordt teruggeleverd en daarna weer afgenomen. Dus voor dat deel krijg je een deel tegen bruto prijs vergoed en een deel tegen de “redelijke vergoeding”. We zijn uitgegaan van saldering per jaar, een continuering van de redelijke vergoeding in 2027 en daarna, en de bovengenoemde voorbeeldprijs voor stroom.
Bij de tabel:
(*) TVT staat voor terugverdientijd
(**) aangenomen is € 1.5/Wp kosten en 80% x 0.93 kWh/j/Wp opbrengst
jaar |
deel van gebruik voor bruto prijs |
deel van gebruik voor redelijke vergoeding |
opbrengst per kWh |
TVT (*) bij aanschaf begin jaar (**) |
2023 |
100% |
0% |
0,39 |
5,3 jaar |
2024 |
100% |
0% |
0,39 |
6,1 jaar |
2025 |
75% |
25% |
0,34 |
6,7 jaar |
2026 |
75% |
25% |
0,34 |
7,1 jaar |
2027 |
69% |
31% |
0,32 |
7,6 jaar |
2028 |
62% |
38% |
0,31 |
|
2029 |
56% |
44% |
0,29 |
|
2030 |
50% |
50% |
0,28 |
|
2031 |
30% |
70% |
0,23 |
Mail dit nieuws naar:
Uw bericht is verstuurd.