Bert Slob wachtte niet af en bewees dat een warmtepomp ook kan worden toegepast in een matig geïsoleerd huis.
Wie een warmtepomp wil, moet eerst de isolatie van zijn woning op orde brengen, zo luidt het adagium. Daarom kijken veel eigenaren van oudere woningen de ontwikkelingen nog maar even aan. Bert Slob deed dat niet en bewees dat een warmtepomp ook kan worden toegepast in een matig geïsoleerd huis.
Als geboren Groninger wilde gepensioneerd natuurkundige Bert Slob maar wat graag van het gas af. Toch had het lang geen prioriteit. ‘Ons huis aan de Weldam in Eindhoven is gebouwd in 1976. Wij wonen er sinds 1993. Zestien jaar geleden hebben we het grondig verbouwd. We hebben onder meer de kozijnen vervangen, dubbel glas laten zetten en een marmervloer laten leggen. Prima voor die tijd, maar met de kennis van nu zou je zeggen: had eerst vloerverwarming aangebracht.’
Omslag
Zo waren er wel meer zaken. ‘De spouw is met slechts vijf centimeter glaswol gevuld. Dat levert niet veel isolatie op. Ook het dak is maar matig geïsoleerd.’ Het deerde Slob aanvankelijk niet; jarenlang was de energie spotgoedkoop. Vorig jaar veranderde hij radicaal van mening. ‘Dat had twee oorzaken. Ten eerste: ik ging met pensioen en ook al heb ik een prima pensioen, je moet het toch met minder doen dan daarvoor. Ten tweede: de energieprijzen explodeerden.’
Slob was vastbesloten nog voor de winter van ‘22/’23 in te grijpen. ‘Liefst wilde ik een warmtepomp, maar lange tijd dacht ik dat het hier niet ging. Er zit bijvoorbeeld geen kruipruimte onder ons huis en niet of nauwelijks isolatie onder onze marmervloer. En die vloer eruit hakken ging me te ver. Kortom: het ging niet. Dácht ik. Maar ik weigerde me daarbij neer te leggen. Ik besloot te gaan uitvogelen hoe het tóch kon.’
Informatiebijeenkomst
Een informatiebijeenkomst van 040Energie over warmtepompen zette hem op het juiste spoor. ‘Daar werd gesproken over zogenaamde lucht-lucht-warmtepompen. Dat zijn in feite airco’s en die had ik al twee hangen, in de woonkamer en op onze slaapkamer. Ik dacht: wacht even. Daar kun je ook mee verwarmen. Bovendien had ik in de woonkamer en de keuken convectorputten met convectorradiatoren. En convectorradiatoren werken nog efficiënter dan vloerverwarming.’
Nu hangen in zijn woonkamer, in de hal, op de badkamer en in zijn slaapkamer convectorradiatoren aan de muur. Een warmtepomp, een zogenaamde monoblock, zorgt voor warmte van hoge temperatuur – voor lagetemperatuurverwarming is Slobs woning niet geschikt.
‘Ik houd alle verbruiken nauwgezet bij in een spreadsheet en leer het systeem steeds beter kennen, ook al is het pas sinds eind oktober in bedrijf. Het werkt anders dan bij vloerverwarming. Bij vloerverwarming kun je het beste de temperatuur constant houden, want het kost relatief veel energie om op te stoken. Dat is bij ons systeem niet het geval. Het loont gewoon om de thermostaat ’s nachts van 19 naar 17 graden te zetten en ’s ochtends weer omhoog. Dat scheelt per dag substantieel in het verbruik. Eventueel gebruik ik ’s ochtends de airco om de temperatuur versneld omhoog te krijgen. En in uiterste nood hebben we nog een houtkachel.’
Snel terugverdiend
Met 21 zonnepanelen voorziet Slob ruimschoots in zijn energiebehoefte. ‘We stookten vroeger 1.800 kuub gas per jaar. Daar zijn we vanaf, onze woning is nu gasloos. Het gaat om een forse investering, dat klopt. Maar als ik reken met de energieprijzen van het energieplafond (€ 1,45 per kuub gas tot 800 kuub en € 0,40 per kilowattuur tot 2.700 kilowattuur) hebben we deze investering in pakweg negen jaar terugverdiend.’ En de wachttijd voor de levering van een warmtepomp? Slob: ‘Heb ik voor dit type warmtepomp niks van gemerkt. Binnen twee maanden na opdracht draaide het systeem.’ Dus de moraal van het verhaal? Slob: ‘Denk niet dat een warmtepomp niet kan als je een matig geïsoleerd huis hebt. Bij ons kon het wél. En het loont.’
Uw bericht is verstuurd.